2012-12-13
Nieuwjaar-1

Nieuwjaar-1

Het was bar en boos op 1 januari 1963. De kolen vlogen via mijn potkachel als een gek de schoorsteen uit. Het maakte niet uit of je ze gekocht had bij kolenboer Scheffer aan de Dijkgraaf of bij zijn collega Troost aan het Noorderplantsoen (of was het de Stationsstraat want daar was de ingang naast de sigarenfabriek van Schimmelpenninck?). Dan heb ik het nog niet eens over de aanmaakhoutjes die ik in de Heerenstraat kocht bij de Wageningse Houthandel van mijn voetbaltrainer Seles Drost. De vader van ‘Top of Flop’ Epi Drost.

Fred Kaps kon ze niet sneller wegtoveren!

Volgens de KNMI was de buitentemperatuur – 20° maar de gevoelstemperatuur was minstens – 40°. Als ik te dicht bij de kachel zat verbrandde ik mijn gezicht maar nam ik een halve meter extra afstand dan stonden de ijsbloemen op mijn rug.

Het enige zonnige van die 1ste januari 1963 was dat ik ’s avonds, met een blonde schoonheid, uitgenodigd was voor de Nieuwjaarspremière van Toneelgroep Theater in Arnhem. 

Achteraf bleek dat een maffe onderneming want je glibberde met de bus stapvoets de Wageningse Berg af en het toneelstuk (‘We zullen wel zien’ met Enny Mols-de Leeuwe en Ton Lensink) was nog maffer dan de manier waarop de laatste bus ’s nachts weer de Berg op probeerde te komen. 

In 1963 was trouwens de hele maand januari een bizarre aangelegenheid. Op de 18e werd de meest krankzinnige Elfstedentocht gewonnen door Reinier Paping en een paar weken later dachten we dat de koude oorlog letterlijk uitgebroken was omdat we ergens in de buurt van het Lekskesveer kanonschoten hoorden. Later bleek dat de Rijn kruide. Dat grote brokken ijs met een knal door de lucht vlogen of hevig krakend over elkaar heen schoven. Volgens insiders was dat de laatste keer dat De Rijn heeft gekruid.

Het was in ieder geval de laatste keer dat ik eventjes (brrrr, gauw weer naar de kachel) op de stadsgracht geschaatst heb. Ook moet er in die maand op de uiterwaarden een Siberisch koude Wagenings Kampioenschap (WK) korte baan verreden zijn. Waarvan ik me alleen nog maar de zopie van de koek-en-zopie tent herinner.

Boodschappen deed ik die maand heel snel in de Hoogstraat. Een pakje shag bij Joop Heij, een halfje bruin bij buurman Timmer, een half flesje karnemelk verderop bij Karsemeijer en wat aanbiedingen bij de drie supermarkten: Albert Heijn, De Gruijter of Zijlstra aan de overkant. Had ik dan nog een paar gulden over dan nam ik op de terugweg bij slijterij Koops, tegen de kou natuurlijk, een flesje Claeryn mee. In die tijd een gekruide jonge jenever van Bols in een getailleerde fles.

Het was bar en boos op 1 januari 1963. Dus is het geen wonder dat het met die blonde schoonheid nooit iets geworden is.

(Wordt vervolgd)

13-12-2012