Het feest is voorbij
Het feest is voorbij, het jubileumjaar is afgesloten op 21 december. Wat nu? Na een Olympisch jaar zien we dat er in de sport vaak een soort stilstand ontstaat, een pas op de plaats. Hoe zit dat na een feestelijk jaar van een stad. Hoe zal na 2013 Wageningen zich gaan ontwikkelen? Ook een pas op de plaats? Of krijgen we te maken met een nieuw elan, een versnelling in de ontwikkeling van de stad?
Met uitzondering van de vrouw met de glazenbol op de kermis kan niemand in de toekomst kijken. Dus kijk ik achterom naar 1963. Wat gebeurde er met onze stad na Wageningen 700?
Wat mij scherp voor ogen staat is de enorme explosie in de bouw.
In november 1964 stond er ineens tussen de Dolderstraat en de Hollandseweg een gloednieuwe wijk. Met de Van der Waalsstraat, De Kamerling Onnesstraat, de Eijkmanstraat, de Zeemanstraat, de Van ’t Hofstraat en de Lorentzstraat. Een paar jaar later kwamen de flats aan de Nobelweg.
In 1965 werden de eerste huizen opgeleverd van een nog grotere wijk, De Nude.
De ambitie van Burgemeester De Niet om Wageningen een stedelijk aanzien te geven kende geen grenzen. Aan de invalswegen verrezen enorme torenflats. Vanuit Rhenen de flat aan de Albardaweg en als je van de A 12 Wageningen naderde moest je geïmponeerd worden door een lange rij ‘wolkenkrabbers’ voor studenten tussen Hoevestein en de Rijnsteeg.
Voor wie rechtdoor reed, de Diedenweg op, werd er nog eentje geplaatst aan het Asserpark.
Burgemeester De Niet en zijn megalomane medestanders waren niet te houden. Ze wilden zelfs de uiterwaarden volbouwen. Vol zelfvertrouwen werd alvast een toegangsweg naar de uiterwaarden dwars door de bestaande bouw heengetrokken: De Rooseveltweg.
Dat ging veel burgers te ver. En, zoals je dat in de jaren zestig kon verwachten, kwam er een actiegroep tegen het uiterwaardenplan. De Niet verliet op 1 april 1969 teleurgesteld de stad.
Bij zijn afscheid hadden wij de eer om in de Junushoff, met een speciaal cabaretprogramma, dat afscheid extra cachet te geven. Wij deden dat graag, o.a. met een lied met het volgende couplet:
Er staat een mannetje te turen op een torenflat
En overziet daar stil zijn laatste twintig jaar
In de verte stroomt de Rijn nog in haar winterbed
Maar op papier is ’t uiterwaardenplan al klaar
Hij denkt van bovenaf gezien was ik een zegen
Als er iets fout gaat heeft het niet aan mij gelegen
Burgemeester De Niet was ‘not amused’. Hij had het kunnen weten want cabaretiers waren, vooral in die tijd, geen vazallen van de zittende macht. Zeker niet als ze er een ecologisch potje van maakten.
Natuurlijk hoop ik dat het afgelopen jubileumjaar ons stadsbestuur nieuw elan zal geven. Maar hou ze in de smiezen. En als ze weer doorslaan? Reken maar dat het dan feest wordt in de stad.
2014-01-06