Spiegels
Veel politici beweren dat ze zichzelf regelmatig een spiegel voorhouden of dat ze vaak een spiegel voorgehouden krijgen. Dat klinkt mooi maar het probleem is dat je in de spiegel nou juist niet de werkelijkheid van jezelf ziet. Je ziet jezelf spiegelbeeldig. Links in de spiegel is in werkelijkheid rechts. Een probleem waar de Haagse PvdA politici de laatste anderhalf jaar duidelijk last mee hebben. Fotografen kennen dit fenomeen maar al te goed. Als ze kritiek krijgen op een foto omdat de geportretteerde vindt dat de foto maar raar op hem lijkt is het probleem meestal snel opgelost door de foto spiegelbeeldig af te drukken. Dan zie je op de foto het beeld dat je van jezelf hebt: je spiegelbeeld.
Volgende week zijn er verkiezingen. Dus kom je de laatste tijd op de markt en in de Hoogstraat allemaal politici tegen die met bekertjes tomatensoep, folders, rode rozen en allerlei groene prularia je iets voorspiegelen. Besef dan wel dat wat die politici je voorspiegelen een vertekend beeld van de werkelijkheid is. Hoe je achter de werkelijke werkelijkheid kunt komen? Daarvoor moeten we bij een uitspraak van Simon Carmiggelt zijn: ‘Onze daden zijn de enige spiegel waarin we kunnen zien wat we zijn’. Maar ook daar komen veel politici nog mee weg. Zeggen dat ze hun beloften niet waar kunnen maken omdat ze in dit land, met zijn vele partijen, altijd concessies moeten doen. Als we een tweepartijenstelsel zouden hebben hoefden ze dus geen concessies te doen. Kunnen, wanneer ze de meerderheid hebben, voor honderd procent doen wat ze beloofd hebben. Maar hoe komt de politiek in Nederland aan een tweepartijenstelsel?
Je zou zo zeggen door, net als van de omroepen geëist werd, zelf ook driftig te gaan fuseren. Net zolang tot er maar twee politieke partijen over zijn. Maar fusies geven in Nederland altijd gedonder. Niet alleen bij plaatselijke voetbalclubs maar ook in de politiek. Neem nou GroenLinks. 25 Jaar geleden besloten vier splinterpartijen: de CPN, de PSP, de PPR en de EVP samen verder te gaan.
Een bijzondere combinatie: communisten met pacifisten, radicale christenen en evangelisten. Al die soortvreemde kikkers hou je moeilijk in één kruiwagen. Vechten elkaar, vroeg of laat, de tent uit. En dat gebeurde twee jaar geleden dan ook. GroenLinks, de fusieclub van 4 splinterpartijen, werd daardoor zelf een splinterpartij.
Bij het CDA was het nog een graadje erger. Nadat de KVP te klein was geworden om nog eens 75 jaar aan de macht te kunnen blijven, palmden ze de CHU en de ARP in.
In 1980 stak Piet Steenkamp eindelijk de vlag uit. Maar binnen één jaar splitste de EVP zich af, weer twee jaar later werden de dissidenten Scholten en Dijkman uit de partij gezet. Anderen gingen naar de al eerder gevormde PPR en in de jaren ’90 splitste de KPP zich af.
Daarna bleef er een veenbrand smeulen waardoor twee jaar geleden de dissidenten Koppejan en Ferrier ook van het politieke toneel verdwenen. Het CDA is hierdoor hard op weg om ook een splinterpartij te worden.
Je kunt in Nederland fuseren tot je een ons weegt maar zolang de bloedgroepen niet verdwijnen blijft een geniepige veenbrand ondergronds doorsmeulen. Bloedgroepen heb je ook bij de VVD met als gevolg dat Rita Verdonk en Geert Wilders hun eigen toko begonnen. De laatste liberale dissident is nu Jos van Reij met zijn ‘Liberale Volkspartij Roermond’.
En de kiezers? Die vinden, door al dat gezeik, dat politici de nachtspiegel op kunnen. Anderen denken het licht te vinden bij een partij waarbij de uitspraak van de Hindoe mysticus Ramakrishna van toepassing is: ‘De zon en de maan worden door troebel water niet weerspiegeld’.
Fusies zijn dus geen oplossing. Ook niet in Wageningen. In Wageningen is er zelfs een nieuwe partij bijgekomen met een naam die aan een fusie doet denken maar het tegendeel daarvan is: ‘Nederland Samen’. Met aan het hoofd een jarenlang onzichtbaar raadslid van de Stadspartij. Hij zal dan waarschijnlijk ook geen partijleider worden maar een non playing captain. Ook in Wageningen zijn de kiezers in 2014 geen kuddedieren meer die klakkeloos de spiegel onder de staart van hun leider volgen. De meesten gaan gewoon niet meer stemmen. De uitslag van woensdag wordt dus geen significante afspiegeling van de bevolking. Waar ligt de oplossing om uit deze onverkwikkelijke impasse te komen. ‘De vervuiler betaalt’ is een politieke uitspraak, dus moeten de politici het zelf maar oplossen. Ik ben bang dat het niet lukt met bekertjes tomatensoep, rode rozen, groene prularia, een nieuw stadhuis en folders waarin ons van alles wordt voorgespiegeld. Ik heb wel een tip: misschien lukt het om de lokale kiezers weer naar de stembus te krijgen wanneer de politici allemaal de taal van de burgers leren spreken.
Als het zover is heb ik alvast een verkiezingsleuze in de aanbieding: ‘In Wageningen spreken we de taal van het volk’.
2014-03-12