Van jonge mensen en de dingen die voorbij zijn
Laatst droomde ik dat het de jaren zestig was en een toerist bij het busstation achter Hotel De Wereld mij de weg vroeg naar de Hollandseweg. Waarheidsgetrouw vertelde ik dat hij rechtsaf moest langs de verfwinkel van de Wilde en even verder de grote weg over moest steken. Daar, op de Grindweg, rechts garage Kirpenstein en links het oudemannenhuis moest passeren. Vervolgens, bij melkfabriek Concordia, nog steeds rechtdoor moest blijven lopen langs de mouterij, voorbij de ijzerzaak van Jonker en de ambachtsschool.
Een vierhonderd verder, achter bakkerij van Van Roekel, ligt ergens de Hollandseweg. Een soort Wagenings Fith Avenue want hij loopt helemaal door tot de Hartenseweg.
Als ik dit verhaal vandaag de dag aan onze jeugdige stadsbestuurders zou vertellen bellen ze gelijk een ziekenwagen voor Wolfheze. Als tenminste Lara de Brito’s AWBZ potje niet leeg is.
Anders bellen ze m’n kinderen of kleinkinderen, waar ook ter wereld, om hen te wijzen op hun taak als mantelzorger: opa is in de war. Hij praat over dingen die er in Wageningen helemaal niet zijn.
Er is geen busstation achter hotel ‘De Wereld’. Geen Grindweg met een oudemannenhuis, een melkfabriek, een mouterij, een ijzerzaak Jonker en een bakkerij van Van Roekel.
Maar verder met mijn droom.
Toen bleek dat de toerist op de Hollandseweg in Wageningen – Hoog moest zijn, zei ik: ‘Stap maar in dan breng ik je wel even’. Onderweg, in mijn oude Deux Chevaux uit 1954, vertelde ik hem dat het stukje Hollandseweg achter bakkerij van Roekel vroeger in de volksmond de Poepensteeg heette. In het weekend liepen soldaten vanuit het dorpje Ede, op zoek naar vertier, naar de stad Wageningen. Voor ze de kroeg in doken gingen ze op het toenmalige landweggetje altijd uit de broek om de onverteerbare bestanddelen van hun rats, kuch en bonen in de struiken te deponeren. Vandaar de Poepensteeg. De Poepensteeg, dat is zo lang geleden dat alleen stadsschrijver Willem Straatman er nog weet van heeft. Als Willem dat verhaal aan ons jeugdige stadsbestuurders zou vertellen zit hij in een poep en een zucht, naast mij in een dwangbuis in het dolhuis van Wolfheze.
De Poepensteeg, het busstation achter hotel De Wereld, het oudemannenhuis, melkfabriek Concordia, de ambachtsschool, de ijzerwinkel van Jonker, bakkerij van Roekel: van jonge mensen en de dingen die voorbij zijn.
En die dwangbuis dan? Dat middeleeuws gruweltuig zal binnenkort, door een personeelsstop in de zorg, vast wel weer uit de oude doos worden gehaald.
2014-04-28