Horen en zien
Als kind dacht ik dat iedereen de kleuren net zo zag als ik ze zag. Rood was rood zoals ik rood zag en groen was groen zoals ik groen zag. Dacht ik.
Later leerde ik dat, door een heel ingewikkeld systeem met niet altijd even goed functionerende kegeltjes en staafjes, niet iedereen de kleuren gelijk zag. Veel mensen zien, bijvoorbeeld, heel slecht het verschil tussen rood en groen. Zijn rood/groen kleurenblind.
Als kind dacht ik dat iedereen het geluid hoorde zoals ik het geluid om mij heen hoorde.
Later leerde ik dat door een heel ingewikkeld systeem met hamer, aambeeld, stijgbeugel, trommelvliezen, slakkenhuis en gehoorzenuw, sommige mensen sommige geluiden slecht of helemaal niet horen.
Ook leerde ik dat veel mensen niets aan hun oren hebben maar toch doof zijn. Het probleem zit dan in hun hoofd, ze horen selectief, alleen maar wat ze willen horen.
Op 14 mei krijgen wij een nieuw gemeentebestuur. Het nieuwe college van Burgemeester en Wethouders wordt dan geïnstalleerd.
Ik ben heel benieuwd hoe het met de ogen en oren van onze nieuwe gezagsdragers is gesteld.
Zullen zij rood zien als rood en groen zien als groen? Of geven de politieke kegeltjes en staafjes in hun ogen, een heel andere kleur aan hun beloofde verkiezingsbeleid?
Gaan ze al snel oogkleppen dragen waardoor hun blikveld star en angstaanjagend rechtlijnig zal worden?
En hoe is het met hun oren gesteld? Zullen alle geluiden uit de bevolking hun politieke oren wel bereiken. Of zullen ze al heel snel selectief gaan horen? Een bekend beroepsdeformatie bij bestuurders is dat ze buitengewoon snel Oost-Indisch doof kunnen worden.
We zullen het wel zien na 14 mei. Maar het ook wel horen want de vernieuwde muren van een vernieuwd stadhuis hebben ook vernieuwde oren.
2014-05-08