Poëzie
Deze week ben ik in een poëtische bui. Waarom? Dat ben ik altijd voor het begin van de nieuwe voetbalcompetitie. Al die nieuwe ballen, al die nieuwe frisse shirtjes op al die heldere, pasgemaaide velden in de late najaarszon. Hoe kun je dat beter zeggen dan met poëzie? Vier voetbalgedichten: twee over het blijkbaar ouderwetse gras in de ouderwetse vorm van de veertien regels van een sonnet en twee over het moderne kunstgras in een meer prozaïsche dichtvorm van de laatste decennia.
De geur van heimwee naar de bal
Wanneer eind juli na
Een voetballoze zomer
Het heimwee naar de bal
Weer ruikt naar ‘t vers gemaaide gras
Wanneer die geur van pas
Gesneden pronkerbonen
Bij elke voetbalzot
Weer kriebelt in zijn DNA
Wanneer je dat genot
Ja die ultieme kick
Ooit aan den lijve hebt ervaren
Dan snap je, net als ik
Waarom er spelers zijn
Die fanatiek snijbonenmolens sparen
Kunstgras
Soms zie je bij de F-jes
Dat een spelertje ineens in het gras
Gaat zitten om madeliefjes te plukken
Alleen al daarom zou je kunstgras
Moeten verbieden
Grasland
‘Grasland ’geschilderd
Door Vincent van Gogh
Is het enige kunstgras
Waar ik wat mee heb
Grassonnet
Een veld met
Zeventig
Procent
Engels raai
Gemengd met
Dertig
Procent
Veldbeemd
Het gras zal
Nergens
Groener zijn
Aan welke kant
Van de heuvel
Je ook speelt
2014-08-09