Het was begin augustus 1980. FC Wageningen was net gepromoveerd en zou een paar weken later, op 23 augustus van dat jaar, de eerste wedstrijd in de eredivisie spelen tegen PEC Zwolle.
Toen kwam Ton van Rhoon, de zoon van Hans van Rhoon destijds secretaris van FC Wageningen, bij mij langs. Niet vreemd want hij was presentator bij Radio Oost en bij de Tros en ook in zijn programma’s hadden we als cabaretgroep enkele tientallen keren opgetreden. Hij zei me dat er een probleem was. Elke eredivisieclub had een clublied. Feyenoord zijn ‘Hand in hand kameraden’, Ajax ‘Op een slof en een oude voetbalschoen’ maar FC Wageningen had niet zo’n strijdlied dat je op de tribunes lekker mee kon yellen. Kun jij er niet een liedtekst schrijven en Aart van den Berg de muziek maken? Als het morgen klaar is dan kunnen we voor de eerste thuiswedstrijd op 23 augustus het plaatje, dat we er van gaan maken, afdraaien en in de kiosken verkopen. Dat brengt dan ook nog winst op voor de FC. Tenminste als jullie het gratis doen en ook geen royalty’s vragen. En verdomd, het lukte in die onmogelijke korte tijd. Alleen Rob Mc Donald was er nog niet voor de elftalfoto maar die is later achter op de hoes gekomen zittend voor zijn caravan op camping De Wielerbaan.

We hadden al snel een indicatie dat het mee te zingen was omdat na de mixage van onze stemmen en de muziek, fotograaf Rein Heij direct een bandje kreeg voor de pers en hij even later terugbelde dat het bandje op dat moment voor de tiende keer draaide in café Van Leuteren en dat iedereen op het biljart stond te dansen. Het werkte blijkbaar ook voor het publiek en de spelers want de eerste twee wedstrijden tegen PEC en NEC werden gelijkgespeeld en de derde wedstrijd, uit bij Ajax, zelfs met 4-2 gewonnen.

De laatste keer dat het hier op de Berg gedraaid werd voor een Wedstrijd van de FC was tegen NAC op 26 april 1992: uitslag ook winst 2-1. Begin goed en eind goed. Maar toen wisten we nog niet dat het de laatste keer zou zijn omdat we pas later hoorden dat de KNVB last had gekregen van een ernstige hersensaandoening.

Ongeveer 4 jaar geleden werd ik op een zaterdagmiddag gebeld of ik de volgende dag om half vijf op de markt kon komen want daar zou het lied steenhard gedraaid worden, zo hard dat het zelfs in Arnhem werd gehoord. Want wanneer Vitesse in de nacompetitie zou verliezen zou het degraderen. Het was het jaar voordat Vitesse haar ziel aan de duivel verkocht en zich liet prostitueren voor Russisch geld. Helaas ging het niet door.

Maar terug naar 1982. Nadat de FC onterecht was geliquideerd heb ik daarvoor ook een lied gemaakt en mij is gevraagd of ik dat vanavond voor wil lezen.
Daarna moet ik de sfeer weer een beetje op zien te vrolijken met een paar van mijn voetbalgedichten 

Het lied heet, hoe kan het anders:

De Berg

Hij kan nog steeds de waarheid niet aanvaarden
Dat op de Berg nooit meer wordt gesjot
De Berg een burcht waar Groen Wit roem vergaarde
Hij snapt het niet, is er nog altijd van kapot

Hij kan het allemaal nog niet geloven
Op zondag pakt ie uit gewoonte vaak zijn fiets
Dan rijdt ie, net als altijd, weer naar boven
Maar op de Berg, een grasmat verder niets

Daar zit ie dan een uur te fantaseren
Van NEC en PEC en ’t haat’lijke Vites
Hoe het daar altijd spookte als de klere
Van diepe droefheid en onmetelijk succes

Hij ziet dan weer de rooie Van der Heijden
Die op de linkerwing zo razend snel passeert
De Kont van Bleijenberg een bal het doel in glijden
Of een granaatinslag van Charley van der Weerd

Dat was pas leven, dat was pas theater
Daar liep King Lear, daar liepen Hamlett en Mac Beth
Daar heerste dramatiek van ’t reinste water
Daar zag je Vondel, Shaw en Jean Genet

Hij kan nog steeds de waarheid niet bevatten
Op zondagmiddag wordt ie altijd nog nerveus
Dan loopt ie rusteloos een rondje door de stad en
Ontglipt een forse vloek hem bij de Schoenenreus

Om de sfeer weer wat op te vrolijken een paar voetbalgedichten. De eerste is getiteld:

Voetbalhumor

Een scheids die alle honoreert
Waarvoor de thuisclub appelleert
Is laf als een verschaald glas bier
Dat zeg je hem niet uiteraard
Want dan krijg je de rode kaart
Dus zei ik: ‘Scheids, wat schuift het hier?’

Dat was hem blijkbaar al teveel
Want hij kwam op mij af met geel
En zei bestraffend: ‘Jongeman
Weet dat je dat niet zeggen kan
Als vader van zes zonen baal
Ik van zo’n onbeschofte taal

Zo’n bal, zo prachtig voorgezet
Die gaat bij mij strak in het net
Dus zei ik grijnzend: ‘Scheids, verrek
Heb jij zes kinderen verwekt?
Dan neuk jij beter dan jij fluit’
Toen stuurde naaimans mij eruit

Mijn ploeggenoten lagen plat
Te schuddebuiken op de mat
En bij de schorsing door de bond
Lag iedereen weer op de grond
Omdat de spits zei: ‘Wel, verdraaid
Nu heeft die scheids ook jou genaaid’

Afgelast

De wedstrijd is door regen afgelast
Dan wordt het drankgebruik wel eens losbandig
Ik ben toch onderhand wel zo verstandig
Om niet de blijven hangen aan de kast

De wedstrijd is door regen afgelast
Eerst gaan we, voor de smaak, er eentje halen
Na twee, drie rondjes komen de verhalen
En dan ben ik verloren, dat staat vast

De wedstrijd is door regen afgelast
Wanneer in mij een sterke geest zou huizen
Liep ik met Caro nu in de C1000
Was ik voor ’t eerste glas al opgekrast

De wedstrijd is door regen afgelast
Dat wordt dus pils teveel in de kantine
Te laat naar huis, de trap op, op de tast
En morgen trammelant met Caroline

Verliezen

Bij klaverjassen ga je nat
Bij boksen gooit men de handdoek
En bij voetballen word je afgedroogd

Scoren

Ik speelde als een drol
In de latrine
Ik had die dag als spits
Verschrikkelijk verzaakt

Toch was ’t na afloop feest
In de kantine
Omdat mijn elftal dat
Na elke wedstrijd maakt

Verlies is jammer, maar
Je bent pas echt verloren
Als je de derde helft
Ook niet kunt scoren

Sport met ballen

Lees Sigmund Freud er maar op na
Een voetbaldier is niet geschift
Die passie op het groene veld
Is puur een vorm van paringsdrift

Om te beginnen is de goal
Gewoon een supervagina
Die men, onder bevoegd gezag
Zo’n zes kwartier doorboren mag

Als men die doelpoes penetreert
Dan wordt er vrij en onverveerd
In woord en daad gedemonstreerd
Hoe men gewoonlijk copuleert

De spelers springen op elkaar
Men kirt, men knijpt, men kust
Ook Jan Publiek komt ziedend klaar
Na drie kwartier wordt er gerust 

De één rookt dan een sigaret
Een ander gaat naar het toilet
Na een kwartiertje klinkt de bel
Dan stort men zich weer in het spel

Ja, Sigmund Freud wist het allang
Dat jagen en die scoringsdrang
Bij ouwe rot en jonge vlerk
Is allemaal hormonenwerk

Het heetste plekje

De slijmbal voor een basisplaats
Dat onuitroeibaar klef gezwel
Voor wie is, denk je, grote vriend
Het heetste plekje in de hel?

De flessentrekker aan de bar
Die wisseltrucs uithaalt bij tante Nel
Wie maakt er, denk je, ook een kans
Op ’t heetste plekje in de hel?

De dwaze ouders langs de lijn
Ook voor hun eigen kind een kwel
Wie staan er vast ook op de lijst
Voor ’t heetste plekje in de hel?

De eigen vlaggenisten die
Steeds sjoemelen met buitenspel
Wanneer die allen komen, vriend
Dan wordt het dringen in de hel

En dan de bobo, dicht bij ’t vuur
Zich warmend, die moet zeker wel
Bijzonder ingenomen zijn
Met ’t heetste plekje in de hel

Kunstgras

Soms zie je bij de F-jes
Dat een spelertje in het gras
Gaat zitten om madeliefjes te plukken
Alleen daarom al zou je kunstgras
Moeten verbieden

Limerick aan de stamtafel:

Zeijen

Een sportpsychologe uit Zeijen
Gaat vaak met een voetballer vrijen
Een spits die steeds mist
Maakt zij zo beslist
Weer topscorer via haar dijen

Zo, inmiddels zit de stemming er weer goed in. Daarom besluit ik met een paar voetbalwijsheden

1. De kortste studie om rechter te worden is die voor scheidsrechters
2. Voetbalvrouwen die op de tribune sexy minirokjes dragen hebben thuis vaak de broek aan
3. Ook met zwarte voetbalschoenen kun je de wedstrijd kleur geven
4. Politici zouden van voetbal kunnen leren dat je met veel gedraai uiteindelijk geen meter opschiet
5. Iedereen kan in het leven dit van voetbal leren: als je geen doel hebt niet kan scoren

2014-11-16