Fantoompijn
Als winkelstraat is de Hoogstraat, net als veel winkelstraten in veel steden, tot op de draad versleten. Alle politieke partijen maken zich daar de laatste tijd nogal druk over.
Waarom werkt de succesformule met een Blokker, een Hema, een Kruidvat, een Bruna en meer van die grote winkelketens op een rijtje, niet meer? Waarom heeft het CDA destijds de banken uit de Hoogstraat laten verdwijnen?
Daar wil ik dan nog aan toevoegen: waarom moesten zo’n 25 jaar geleden door een brute kaalslag tientallen bomen verdwijnen waardoor de Hoogstraat haar lommerrijk karakter verloor?
Ook ik ben voor de vooruitgang. Toch heb ik stiekem wel eens last van nostalgische trekjes: Ik mis in de Hoogstraat mensen. Een muziekcorps, vooral met Gerard Slotboom voorop. En Jaantje Bongers die mij elke maand vroeg wanneer in de Junushoff weer de uitvoering was van muziekschool Van der Leeden.
Daar mocht Jaantje altijd even optreden met zijn mondharmonica. Omdat ik bij dit soort uitvoeringen in de jaren zestig meestal de ober van dienst was dacht hij dat ik alwetend was over de programmering.
Later kregen we Dolluv de poppenman: ‘Dag en nacht, poppenmacht’ en de cowboy.
Maar ik mis ook sommige Wageningse knappe koppen. Sommige gevallen pasten naadloos in het rijtje van Dolluv, Jaantje en Gerard. ‘Wageningse knappe koppen’ onder die titel heeft Twan de Vos een prachtige linosnede gemaakt.
Allemaal nostalgie! Ook in de vorige eeuw hadden Wageningers daar last van. Voelden de pijn van het gemis uit hun jeugd. Van het verdwijnen van de zesdaagse op de wielerbaan, van de koopjes bij Au Bon Marché, het verdwijnen van Bello en van het station aan de Stationsstraat die voor die tijd het Paardenveld heette. En niet te vergeten: dansen in de Negro.
Wat gaat er met onze Hoogstraat gebeuren? Hopelijk maakt dit college er zoiets moois van dat over 50 jaar oudere Wageningers ook dan pijn voelen omdat ook dan de vooruitgang de Hoogstraat van hun jeugd om zeep heeft geholpen.
Pijn aan iets dat er niet meer is: fantoompijn?
2015-03-29