Ambachten en beroepen
Toen ik, al bladerend door het telefoonboek, op zoek was naar Wageningers met een plaatsnaam als achternaam, viel het mij op dat heel veel plaatsgenoten een achternaam hebben van een ambacht of beroep. Wat ook opviel is dat veel van die ambachten en beroepen door de tijd zijn ingehaald. Een kuiper of een fiselier wie kent ze nog?
Het woord fiselier komt zelfs niet meer voor in de dikke Van Dale. Internet brengt uitkomst: fiselier is afkomstig van het Franse fuselier en dat was òf een maker van spoelen voor de weverij òf een soldaat met een fusil, een geweer. Denk daarbij aan fusilleren, het doodschieten door geweervuur.
Op 18 augustus 1811 werd door Napoleon de Burgerlijke Stand ingevoerd. Vanaf die tijd was, uiteraard ook in Wageningen, iedereen verplicht een achternaam te laten registreren. Veel Nederlanders kozen hun beroep of ambacht als hun achternaam omdat ze daarmee toch al vaak werden aangesproken. In deze tijd zou dat bijvoorbeeld zijn Geert Burgemeester of Han Wethouder en Lara Wethouder (geen familie!). Of Albert Kruidenier en Klaas Columnist. Volgens het woordenboek is een ambacht een beroep dat je met je handen uitvoert. Voor mij waren al die achternamen van vaak oude ambachten en beroepen een aanleiding om ook daarover een gedicht van A tot Z te maken. Ook nu weer met de titel ‘Ik en Wij’.
Ik en Wij
Wageningers
Voornaam vermogend vroom
Handvaardig verknecht verguisd
Geheten en geduid naar wat eertijds
Hen sociaal was toebedeeld
Akkerman
Bezembinder, Cannegieter, Drost
Edelman, Fiselier, Gardeniers, Herder
Jonker, Kuijper, Leersnijder, Mulder
Noordergraaf, Olijslager, Pastoors
Ruiter, Scheerder, Tichelaar
Veerman, De Waard, IJzerman
Zaaijer
Vervat in achternamen loopt
De geschiedenis over straat
In het Wageningen van
Ik en Wij
2015-09-17