Banken
Ook de afgelopen kerstdagen stonden de kerstedities van kranten, weekbladen en maandbladen weer vol met treurige verhalen, veelal over daklozen. In de warmte van de centrale verwarming, naast een kerstboom, een goed gevulde tafel met gevulde kalkoen of zalm met amandelkorst en een fonkelend glas wijn binnen handbereik, lezen dat soort verhalen natuurlijk lekker weg.
Uit de beschouwingen over die verhalen, en waarschijnlijk als stichtelijke waarschuwing in deze tijd vol contemplatie, blijkt telkens weer dat het verschil tussen een rijk voorzien kerstdiner en een koud, zwervend bestaan, vaak een uiterst dun draadje is.
Met andere woorden: veel daklozen hadden ooit alles wat een mens maar kan verlangen: een gezin, een huis, een goede baan en een grote vriendenkring.
Totdat het noodlot toesloeg: ziekte, werkloosheid, een huis dat onder
water stond, banken die hun zorgplicht aan hun laars lapten, een faillissement en als klap op de vuurpijl: een echtscheiding. Want als ‘de armoede binnenkomt vliegt de liefde het venster uit’, zoals het spreekwoord zegt.
En de banken? De genadeloze nutsbanken werden slachtbanken en de slachtoffers zijn aangewezen op voedselbanken.
Misschien zijn die sentimentele kerstverhalen toch iets om in het
nieuwe jaar eens goed bij stil te staan. Zeker door politici die op dit moment, vlak voor de landelijke verkiezingen op 15 maart, in hoofdzaak bezig zijn met hun eigen zonnebankbruine hachjes.
28-12-2016