2017-11-29
Dementie

2017-11-29
Dementie

De afgelopen week gelezen in de krant, gehoord over de radio, gezien op televisie: ‘Een onderzoek heeft uitgewezen dat mensen die alleen wonen gemiddeld eerder dement worden dan mensen die niet alleen wonen’. Je kan het ook omdraaien en zeggen dat mensen die niet alleen wonen minder snel dement worden. Toen ik daar een poosje over had nagedacht kwam ik tot de conclusie dat ik meer aandacht moet besteden aan de kat. Meer met haar moet praten (het is een zij), meer met haar moet knuffelen. Als ik ’s avonds thuis kom moet ik niet direct in mijn bed kruipen maar eerst een gesprek met haar voeren over hoe zij de avond doorgekomen is. Misschien moet ik haar wel mee naar bed nemen zodat we daar nog een tijdje kunnen kletsen voordat we gaan slapen. Want daar zit hem de kneep: met elkaar praten zorgt voor meer hersensactiviteit en meer hersensactiviteit is een goede manier om dementie uit te stellen.
Kortom: communiceren is goed voor het kortetermijngeheugen.
Het probleem is echter dat mijn negentienjarige kat zelf al een paar jaar hevig aan het dementeren is. (Ja, dat kan ook bij katten) zodat met haar geen zinnig woord te wisselen valt. Nou is mijn ervaring dat over het algemeen een discussie met katten meestal tot niets leidt. Ze gaan, ook wanneer ze gezonde hersens hebben, toch hun eigen gang. Dus zit er niets anders op om meer met mijzelf in gesprek te gaan, meer hardop met mijzelf te gaan praten. Maar dat zal mijn omgeving vast gaan interpreteren als zijnde een beginnende dementie.

29-11-2017