de jaren zestig
De jaren zestig, wat een tijd
Je vocht een glorieuze strijd
Je houding fier, je blik die glom
Als je op de barricaden klom
Je stond er destijds om bekend
Dat je venijnig de regent
Kon tarten met een megafoon
Nu heb je een vergadertoon
Je eend werd weldra een Peugeot
De barricade een bureau
En daar vervolg je nu je strijd
Met een gênant’ oubolligheid
Je bent nog lid van je partij
Maar daarmee is geen hond meer blij
Want als men in jouw ogen ziet
Dan wenkt daar Wiegel in ’t verschiet
Ach, ja, een knagend vaag gevoel
Dat heb je wel eens in je stoel
In ’t weekend pafferig in de zon
Naast ’t huis van vijf en halve ton
Maar echt dat ben je snel weer kwijt
Want als je deze tijd bekijkt
Dan is de inspraak toch een feit
En daarmee is je doel bereikt
Want is er iets niet voor elkaar
Dan staan er actiegroepen klaar
Wat wil je meer, zo onderhand
Zijn wij wel klaar met Nederland
Zo kabbelt ie wat zonder kleur
Als landdrost of als directeur
Spelt dagelijks in de NRC
Tevree de beursberichten mee
De vroegere dissident
Int nu zijn dividend
De vechter van het eerste uur
Drinkt nu gezapig whisky puur
Leest met pantoffels aan zijn krant
Zijn kop steeds dieper in het zand
Ja, ja, we zijn mooi klaar met Nederland
26-11-1978