De speklap en de worst zijn uit den boze
En ook de drank, weg met dat bandeloze
Ten einde raad heb ik voor u gekozen
Gij onverteerbaar broertje van glucose
Gij hemel van een zemel
Gij goddelijke cellulose

Kom in mijn yoghurt en mijn pap verpozen
Zodat na korte of na lange poze
Mijn lichaam al het vet gaat lozen
Gij onverteerbaar broertje van glucose
Gij hemel van een zemel
Gij goddelijke cellulose

Straks sta ik slank en schuchter weer te blozen
Wanneer er op de stoep, met bossen rozen,
Weer minnaars staan die willen minnekozen
Oh, onverteerbaar broertje van glucose
Gij hemel van een zemel
Gij goddelijke cellulose

—

Uit: Talkshow Junushoff Wageningen, 1987