Slijt niet je buurmans drempel
Slijt niet je buurmans drempel
Want eens dan gaat het mis
Ook als je buurman beter
Dan verre vrienden is
Zeg Anna, zei Jan-Willem
Buurman van nummer tien
Is die soms met vakantie
‘k Heb hem al maanden niet gezien
Nou je het zegt, zei Anna
Der brandt altijd het licht
Ook heeft ie de gordijnen
Al negen weken dicht
Zal ik eens even kijken
Want ’t stinkt er ook naar gas
Ach, nee, zei toen Jan-Willem
Die geen bemoeial was
Slijt niet je buurmans drempel
Want eens dan gaat het mis
Ook als je buurman beter
Dan verre vrienden is
Kees had een leuke buurvrouw
Asblond en dertig jaar
Hij maakte vaak een praatje
Op het balkon met haar
Haar echtgenoot was zeeman
Voer op de grote vaart
Zodat ie vele maanden
Weg was van huis en haard
Maar toen zij ging behangen
En dat een puinhoop werd
En Kees haar wilde helpen
Toen zei zijn vrouw alert
Slijt niet je buurmans drempel
Want eens dan gaat het mis
Ook als je buurman beter
Dan verre vrienden is
Gelukkig ben ik anders
Ik ben niet asociaal
Is er iets met mijn buren
Ik help ze allemaal
Mijn buurvrouw 32
Gescheiden, prachtig om te zien
Die wil ik altijd troosten
Zo na een glas of tien
Ik krijg dan altijd ruzie
Mijn vrouw vindt dat verkeerd
En je mag twee keer raden
Wat zij als argument hanteert
Slijt niet je buurmans drempel
Want eens dan gaat het mis
Ook als je buurman beter
Dan verre vrienden is
* Ingekort; refrein Hans Dorresteijn
—
Uit: Cabaretprogramma Kop in het zand, 1978/1981